Hier wordt nog gewerkt.
De perverse weduwe.

Catherina Boevey, AKA Katherina Bovey (1669-1726), grafmonument Westminster Abbey.
In maart 1688 bezochten mijn voorouders Maria Boenders en Adriaen Huyser het sterfhuis van Maria’s oom in Londen. Die oom was Bernard de Gomme, die een appartement bewoonde in de Tower in Londen. Hoopten ze nog iets van hem te kunnen erven? De Gomme was tweeëneenhalf jaar eerder overleden. Maar nicht Maria komt niet voor in zijn testament
De Gommes tweede vrouw, Katherine Lucas, was een maand eerder overleden en in de kapel van de Tower begraven. De Gomme werd ook begraven in die kapel, zonder grafsteen of een ander herdenkingsteken. Zijn eerste vrouw Catharina van Deynse was in 1666 in Middelburg overleden en daar begraven.
Schoonzoon John Riches was de executeur van zijn testament. Hij was gehuwd geweest met De Gommes dochter Anna, over wie we zo goed als niets weten. Met haar had hij een dochter gekregen, Katharina Riches, De Gommes kleindochter dus, geboren in 1670. Moeder Anna overleed al snel. Riches huwde vervolgens Ann Davall.
Voor de uit Amsterdam afkomstige moeder van Ann Davall, Anna Davall, geboren Potts, had De Gomme op 21 mei 1669 bij de Engelse koning Charles II een ‘grant of denization’ geregeld. Dat was bedoeld voor rijke immigranten, waar veel maar niet alle burgerrechten aan verbonden waren)[1]. Zij was de dochter van Thomas Potts. Op 4 juni ontving ze de grant. Haar overleden echtgenoot was koopman Thomas Davall, met wie ze op 6 februari 1642 in Amsterdam in ondertrouw was gegaan[2]. Die was weer de zoon van Thomas Davall I, een bierbrouwer uit Great Yarmouth. Thomas Potts was dominee Thomas Potts, ook de vader van dominee Thomas Thomasz Potts. Thomas jr. huwde Annika de Ruyter, dochter van zeeheld Michiel Adriaensz de Ruyter. Hij werd dominee in Vlissingen. De zwager van Bernard de Gomme, Bernhard van Deinse, was in dezelfde tijd predikant in Vlissingen[3]. Beiden speelden een grote rol bij de opkomst van de Nadere Reformatie, een zeer orthodoxe stroming van het calvinisme.
Thomas Davall jr. was vóór 1628 geboren in Great Yarmouth. Anna Davall-Potts is omstreeks 1622 geboren. Ze huwde op 6 februari 1642 de Engelse koopman Thomas Davall. In haar testament, gedateerd 24 december 1688 noemt ze haar dan in leven zijnde kinderen: zoon Thomas (op 3 april 1644 in Amsterdam gedoopt) en vijf dochters Sarah (op 25 december 1642 gedoopt in Amsterdam), Anna (als Hannah op 24 december 1645 in Amsterdam gedoopt) en Lydia, Elisabeth en Mary. Lydia huwde in 1683 in St. Martin Orgar de uit Dordrecht afkomstige John van Hatten. Ze overleed in 1721 en werd in de Nederlandse kerk in Londen begraven. Thomas trouwde met Rebecca Burr, en dochter Anna met weduwnaar John Riches, met wie ze enkele kinderen kreeg. Hun dochter Anna, geboren voor 1685, erfde van De Gomme 300 pond, die ze zou ontvangen als ze 21 werd of, indien eerder, bij haar huwelijk.
Volgens sommige bronnen (onder andere Wikipedia) was Catherina Boevey een dochter van Anna (Hannah) Davall[4]. Maar uit De Gommes testament blijkt klip en klaar, dat Catherina zijn kleindochter was, en dus de dochter van Anne de Gomme. Catherina was kort voor De Gommes’ overlijden in het huwelijk getreden met William Bo(e)vey. Zij erfde van haar grootvader 1000 pond, ondergebracht in een trust.

Uit testament van Bernard de Gomme, gedateerd 4 november 1685.
Thomas Davall jr. en Anna Potts waren omstreeks 1650 van Amsterdam naar Londen (parochie St. Mary-at-Hill) verhuisd. Ze kregen dus minstens 11 kinderen, van wie er twee jong stierven. Zoon Jasper werd koopman in Duitsland. Zoon Thomas (Londen, 1644 Dovercourt, 1612) werd koopman in Londen en MP voor Harwich. Hij trouwde in Amsterdam met Rebecca Burr, dochter van een andere Engelse koopman in Amsterdam. Dochter Lydia trouwde dus met John van Hattem (of: Hatten), een Nederlandse koopman (na zijn overlijden huwde hun dochter Lydia met James Brydges, de hertog van Chandos en vroege opdrachtgever van componist Händel). Vader Thomas Davall overleed in 1663 in Londen.
John Riches was ook koopman geweest in Amsterdam. Op 25 december 1633 werd hij in de Oude Kerk in Amsterdam gedoopt, als zoon van David Riches en Catharina Butler. Catharina was de dochter van Matthew Butteler uit Sandwich, Engeland. Haar broer was de in de Warmoesstraat wonende wijnhandelaar Jan Bouteleur, gehuwd met Agneta Ruts. Agneta’s vader, de in Keulen geboren doopsgezinde koopman Nicolaes Ruts, werd in 1631 door Rembrandt geschilderd. Op 39 woonde een andere uit Keulen afkomstige doopsgezinde koopman (in zijde): Joost van den Vondel.
De Gomme, de molenaarszoon uit Terneuzen, belandde beroepsmatig als chief engineer, quartermaster-general en general surveyor voor drie Engelse koningen in de hoogste Engelse kringen. Maar ook privé wist hij, de social climber, een indrukwekkend netwerk op te bouwen. In het leger ging het vaak om adel: koningen, prinsen, hertogen, graven, dat soort volk. Privé bevond hij zich onder kooplieden en dergelijke. Gemeenschappelijk kenmerk: het ging om Nederlanders of prostestantse Vlamingen die in Londen waren beland, of om Engelsen die koopman in Amsterdam waren geweest. De Dutch Church in Austin Friars lijkt vooral de bindende factor te zijn geweest. Nakomelingen klommen vaak nog hoger op: door huwelijken belandden ze in adellijke kringen, of werden parlementslid. De Gommes kleindochter werd onwaarschijnlijk rijk.

Rembrandt van Rijn, Nicolaes Ruts (1631). Frick Collection.
Het aandeel van Catherina Boevey in haar grootvaders nalatenschap werd ondergebracht in een trust, waarvan haar vader en James Butler jr. (1651 – 1695) de trustees werden. Elk jaar ontving Catherina Boevey de rente. Bij haar overlijden zat de helft (500 pond) nog in de trust: 100 pond erfden de dominees van de Nederlandse kerk in Londen, 400 pond was bestemd voor de armen van die kerk[5]. Riches was de voogd van Butler geweest. Diens vader was clothworker en rijke koopman James Butler sr., lidmaat van de Nederlandse kerk in Londen. Zijn moeder was Prudence van Acker, de zus van De Gommes tweede vrouw Katherine Lucas. De Van Ackers kwamen uit het Vlaamse Belle (Baille), nu in Frankrijk gelegen.
Catherina Boevey. Het portret werd in 2022 geveild door de Crawley-Boevey familie.

Catherina Boevey was een grote schoonheid, zeer belezen en erg intelligent en had een goed oordeel, volgens tijdgenoten. Ze was ‘as learned as the best philosopher in Europe’. Op haar vijftiende trouwde ze met de twee jaar oudere William Boevey, de zoon van jurist en filosoof James Boevey (in Nederlandse archieven ook Jacques / Jacob Boeve[7]), wiens vader Andreas via Middelburg vanuit Kortrijk naar Engeland was gemigreerd. Dat was toen hij zeven jaar was, met zijn ouders op de vlucht voor de Hertog van Alva. James/Jacob had in de Republiek een hoop gedoe over erfenissen. Hij zat zelfs twee jaar in Middelburg in de gevangenis, waar hij veel ‘sorrows and sufferings’ onderging. Hij had wel vaker pech. Hij verdronk bijna in de Donau, op de vlucht voor een of ander leger, hij verdronk bijna in een overstroming in Italië, hij verdronk bijna in een schipbreuk, verhalen deels opgeschreven door Samuel Pepys in zijn dagboek. En hij was waarschijnlijk een dubbelagent tijdens de Engelse burgeroorlogen.

Herdenkingsplakkaat James Bo(e)vey en zijn derde vrouw in Lumley Chapel in Cheam (Sutton).
James werkte als koopman, onder andere voor William Courten, de ontdekker van Barbados[6]. Hij studeerde Grieks en Latijn in de Republiek, werkte voor Charles II, toen hij in ballingschap in de Republiek was, werd vanwege een geschil over de erfenis van Courtens compagnon John Moncy in Middelburg gevangengezet. Dochter Cornelia huwde met Francis Vanacker. Later huwde ze met William Bateman.
Follower of Gilbert Jackson, James Boevey. Het portret werd in 2022 geveild door de Crawley-Boevey familie.

Boevey was gehuwd met Courtens nicht, en meende aanspraak te kunnen maken op een aandeel in de compagnie van Courten en Moncy. Hij beschuldigde de executeur Pieter Boudaen (ook familie) van fraude. Boevey zat twee jaar gevangen. Het geschil speelde zelfs een rol in de Derde Engelse Oorlog. De Boevey werd later jurist en schreef een groot aantal ‘self-help’ boeken, vooral over hoe je een echte man wordt. Met zijn broer William kocht hij Flaxley Abbey, een groot landgoed op de plek van een voormalig klooster. Met zijn tweede vrouw, Isabelle de Visscher (waarschijnlijk geboren in Amsterdam gedoopt op 21-5-1623 als Isabeau de Visscher), kreeg hij zoon William[8].

Flaxley Abbey. Catherina Boevey liet een Hollandse tuin aanleggen.
William werd maar 25, maar wist toch het leven van zijn vrouw tot een hel te maken door zijn losbandigheid en zieke grappen. Hij stierf door te veel te eten, “his soul ‘borne down by the weight and bulk of his body'” (Knights, Mark (2017) The ‘highest roade to happiness’ : the ‘Active Philosophy’ of James Boevey (1622-1696). In: Braddick, Mike and Innes, Joanna, (eds.) Suffering and Happiness in England 1550-1850 : Narratives and Representations. The Past and Present Book Series . Oxford ; New York: Oxford University Press, pp. 173-189).
Ondanks Williams’ gedrag klaagde Catherina nooit. Het echtpaar kreeg geen kinderen. William had Flaxley Abbey, gekocht door zijn vader en zijn oom, gekregen. Catherina erfde het van hem. Schoonvader James begon daarover te procederen, maar het bleef in haar bezit., Als laatste der Boeveys erfde ze nog veel meer. Ze was op haar 23ste weduwe geworden, en woonde daarna tot haar dood samen met haar nicht Mary Pope[9]. Het zou mooi zijn, als het een romantische relatie was, maar de kans daarop lijkt klein: Catherina verzette zich tegen het deïsme van haar schoonvader, en werd streng orthodox calvinistisch. Als enige erfgenaam van de Boevey-familie was ze stinkend rijk. De laatste wil van haar vader stamt uit 1718. Mary Pope, ‘zijn goede vriendin’ die samenwoonde met zijn dochter Catherina Boevey, erfde 50 pond “for her great care trouble and kindness for me” in zijn laatste jaren. Catharina erfde al zijn vastgoed in onder andere Kent, Londen, Christ Church en Surrey en al zijn persoonlijke bezittingen. De armen van de parochie Christ Church in Surrey (nu Southwark in Zuid-Londen) werden bedeeld, en zijn personeel. Van andere familieleden naast Catharina is geen sprake.
Catherina deed heel veel aan liefdadigheid. Ze stond zo goed als zeker model voor de perverse weduwe in de schrijfsels van Sir Richard Steele, onder andere oprichter van The Tatler en The Spectator, voorbeeld voor Nederlandse spectatoriale tijdschriften. Ze was volgens Steele ‘pervers’, omdat ze nooit op de avances van haar vele aanbidders, die vielen voor haar schoonheid, belezenheid, intelligentie én haar enorme rijkdom, inging: “this perverse woman is one of those unaccountable creatures that secretly rejoice in the admiration of men, but indulge themselves in no further consequences”. Flaxley Abbey liet ze na aan Thomas Crawley, die Boevey aan zijn naam toevoegde.
Cecil Aldin, The perverse widow.
In 1909 werd in Londen en in New York een heruitgave op de markt gebracht van Sir Richard Steele’s The perverse widow, gebundeld met The widow van Washington Irving. De illustraties waren van de bekende Britse tekenaar Cecil Aldin. Het is volop tweedehands verkrijgbaar; het boek moet populair zijn geweest.

In Westminster Abbey en in Flaxley Church liet vriendin Mary Pope grafmonumenten voor haar (met de naam Katherina Bovey) plaatsen[10]. Er staat een heel verhaal over haar leven en filantropische deugden op. Op de sarcofaag staat: “This monument was erected with the utmost respect to her memory and justice to her character by her executrix Mrs MARY POPE who lived with her near 40 years in perfect friendship never once interrupted till her much lamented death.”

Sarcofaag van grafmonument voor Katherina Bovey, Westminster Abbey.
[1] Calendar of State Papers Domestic: Charles II, 1668-9. Originally published by Her Majesty’s Stationery Office, London, 1894. S.P. Dom., Car. II. 260, No. 112., S.P. Dom., Entry Book 30, f. 140.
[2] Stadsarchief Amsterdam, Wikipedia..
[3] Stadsarchief Amsterdam, Wikipedia, https://essexandsuffolksurnames.co.uk/history/the-cardinall-family/william-cardinall-of-alresford-1706-1749/the-davall-family-of-ramsey-enter-jane-austen-and-a-duke/; www.dominees.nl.
[4] https://en.wikipedia.org/wiki/Catherina_Boevey. Daar wordt o.a. verwezen naar een niet meer bestaande particuliere genealogie-site.
[5] Gordon Goodwin, Gomme, Bernard de. In: Dictionary of National Biography, Vol. 22. 1885-1900, Volume 22, p. 103, 104. Jennett Humphries, Bovey, Catharina. In: Dictionary of National Biography, Vol. 6, p. 37-38.
[6] https://en.wikipedia.org/wiki/William_Courten
[7] Stadsarchief Amsterdam: o.a. Notariële archieven, archiefnummer 5075, inventarisnummer 972A, aktenummer 371565
[8] Stadsarchief Amsterdam; https://en.wikipedia.org/wiki/James_Boevey.
[9] Dat althans is de moderne interpretatie van de relatie.
[10] https://www.westminster-abbey.or